Reces

Cryptootje gaat voor onbepaalde tijd met reces.

# 400

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Serviesgoed van de kat. (6)

4. Niet helder aan boord van een platbodem. (5)

7. Dienstauto. (12)

8. Het einde van de scène is een hoogtepunt. (12)

9. De stand van de filmmuziek. (5)

10. Verheffende vogels. (6)

Verticaal

1. Kweekhuisgrond. (8)

2. Drukplaat. (8)

3. Jet ik eet het label. (8)

4. Vader is de baas over een leger. (8)

5. Heel gewoon is ook gewoon. (8)

6. Is in staat om te fokken en te draaien. (8)

# 399

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Die jongen heeft geluk. (5)

4. Eindstreep? (6)

7. Non op de kiek. (12)

10. Deel van een galg. (12)

11. 88. (6)

12. Ouwe lul. (2-3)

Verticaal

1. Treurbuis. (6-2)

2. Die natuurkundige was ook een kei. (8)

3. Wat overblijft van een touw. (4)

4. Niet-muzikale maar wel directe familie van lala. (4)

5. De vis is niet op tijd, maar dat terzijde. (8)

6. Die uitgave is geen uitzondering. (8)

8. Een heilige erbij voor een wapen. (4)

9. Egoïstisch idee. (4)

# 398

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Verzekering tegen rugpijn die verlichting geeft. (6)

4. Zij stopt aan de grens met Canada. (5)

7. Woordkunstenmaker. (12)

9. Zij rijdt u tegen betaling rond in een Ford. (12)

11. Lang achter haar wordt vervelend. (5)

12. Verkocht ooit sjofel spul. (6)

Verticaal

1. “Hoe maakt u het,” onvriendelijk gezegd. (3,3,2)

2. Nachthok. (8)

3. Beetje trek in alcohol. (3)

4. Zij was een solide partner voor Tristan. (6)

5. De vogel bleef zitten voor haar. (8)

6. Zo moe van kletskousen dat je klappen wil verkopen. (8)

8. Optreden voor zilverprijzen. (6)

10. Smeermiddel. (3)

# 397

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Antitype? (9)

7. Drijft een discussie aan. (12)

10. Waar een Amerikaantje in de slag gaat met naald en draad. (12)

11. Straal & trek eropuit voor je werk. (9)

Verticaal

1. Het einde van de truïsmen. (8)

2. Explosieve vrucht. (7)

3. Tekst die wat kost. (4)

4. Van dat lichaamsdeel had God zo een meisje kunnen maken. (4)

5. Een deel van het gedicht gaat over een boomvrucht. (8)

6. Een klein stuk. (7)

8. Hij woont aan de grens. (4)

9. Waterpret in Utrecht. (4)

# 396

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. + 3. Prettig om zo te slagen. (3,8)

8. Materiaal voor de zadelmaker van morgen. (12)

10. Naïeve schilder. (8,4)

12. De eed en de groet zijn gaaf. (8)

13. Een domoor die boe roept. (3)

Verticaal

1. Is overdrachtelijk door een klare greep erbij. (8)

2. In Terlet kun je visgerei vinden. (8)

4. Limburgse lichaamsdelen in Coevorden. (3)

5. Geen verwarde cadet maar een achttal. (6)

6. Familie van de lachvogel. (8)

7. Ingenomenheid met een bloem voor mijzelf. (8)

9. Men spaarde het prestige. (6)

11. Die Ierse rivier is bij ons een sloot. (3)

# 395

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Haar gegevens beschrijven gegevens. (8)

6. Wild van geluk. (4)

8. Onnodige drukte. (7)

9. Tussen junior en senior zijn drie tonen vinden. (2-2-2)

10. En/of drank. (7)

11. Slechte verpakking. (6)

12. Geen kunst voor een mallejan. (4)

13. Is in de regel bekwaam. (8)

Verticaal

1. De moeder van deze jongen was getrouwd met een clown. (8)

2. Een stel schalen. (7)

3. Agent in de drugshandel. (6)

4. Roterend draaien. (8)

5. De bezigheid van een typist zorgt voor diggelen. (8)

7. Opnieuw trek.? Integendeel!. (7)