# 238

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Scheet die lawaai maakt. (6)

4. Gewas dat omhoog schiet. (5)

7. De tijd vliegt voorbij. (12)

9. Metaal eren. (12)

11. Is soms een meter. (5)

12. Vrucht van een danspas. (6)

Verticaal

1. + 2. Een baas kan amen zeggen. (2,6,8)

3. Minus 2. (3).

4. Misdaadgolf. (6)

5. De animo om te blozen. (8)

6. Voordeel dat je met 7 horizontaal kunt behalen. (8)

8. Dwarskijker. (6)

10. Stoot op Facebook. (3)

# 237

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Je bent knap als je die dikkerd kwaad maakt. (9)

7. Tegenhanger van de zeerover? (12)

10. Meer dan toevallig. (12)

11. Het wezen van een beroep is een knol. (9)

Verticaal

1. De praeses van het corps zit op de fiets. (8)

2. Dichter bij de noot komen in Belgisch Limburg. (7)

3. Heel vervelend dus dat er niets na komt. (4)

4. Heen en weer met Hoes en Ruding. (4)

5. Vloog eer in de tijd. (8)

6. Daaraan zitten ezelsoren. (7)

8. Steun waar een luchtje aan zit. (4)

9. Daar hoor je een gouden noot. (4)

# 236

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Sigaretten voor heren. (10)

6. Niets erbij voor de muzikant. (3)

7. Langer op in een snelle gang. (8)

9. Uitvoerig stilstaan voor een Oosters verkeerslicht. (5)

10. Dat is dezelfde Oost-Europeaan. (2,3)

11. Heb je poep in je ogen? (8)

12. Aantrekkelijkheid voor een stukje vlees. (3)

13. Bizar begrip. (10)

Verticaal

1. Halte waar geschakeld wordt. (6)

2. Schreef over het model van een Oost-Europeaan. (8)

3. Kennedy was familie van een oliebol. (8)

4. Tegenhanger van de Segway. (8)

5. Gespeeld door een pygmee. (8)

8. U speurt naar een apostel. (6)

# 235

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Franse familie van de nineteenth hole en de derde helft. (5-3)

6. De moed om iets te laten zien. (4)

8. + 10. Verlangen naar het einde van een esthetische ervaring. (1,2,4,7)

9. Denk na over wat dichterbij komt. (6)

11. Moderne diplomatie. (6)

12. Omkeerbaar meisje. (4)

13. Gedeelde smart is niet goed wijs. (8)

Verticaal

1. Het geheel is zeker niet op tijd van het vuur genomen. (8)

2. Drank die omhoog komt. (7)

3. Goed voor harde werkers. (6)

4. In 20 % van de gevallen is de E-snaar breekbaar. (8)

5. Winnares van de missverkiezing? (8)

7. Aanzienlijk werk. (7)

# 234

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. + 5. + 7. Brit naast het schip die de discussie opent. (3,5,4,2,4)

9. Drama vol spanning. (7)

10. Aangrijpingspunten? (6)

11. Tint die rest. (7)

12. Ten negende betekent niets. (4)

13. Kostuum voor mensen met smaak. (8)

Verticaal

1. Het splitsen van de cel wordt ingeleid. (8)

2. België en Duitsland. (7)

3. Zoo ik iets ben. (8)

4. Korenland? (8)

6. Het grondplan van Newport. (7)

8. Vraag naar het motief voor jouw arbeid. (6)

# 233

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Standruimte? (10)

6. Zij vertegenwoordigt het personeel van een grote organisatie. (3 of 1,1,1)

7. Wat een Italiaanse club doet en oproept. (10)

9. Netjes vragen om een nagerecht. (3)

10. Dik dagboek. (3)

11. Het oplosmiddel zien blaken. (10)

12. Dan worden de Basken verwacht. (1,1,1)

13. Conversatie op niveau. (10)

Verticaal

1. 5,52 meter tussen Hoogstraten en Rijkevorsel. (6)

2. Uitgelaten rendier. (8)

3. Zelfontstane verlegenheid om een vervoermiddel. (8)

4. Deel(tijd) Europeaan. (8)

5. Moe en pips. (8)

8. Boosheid erbij laat een indruk achter. (6)

# 232

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Eloquent geslijm. (11)

7. Forse familie van de ruimte-aap. (12)

10. Op die manier duurt de pret ook niet lang. (4,2,6)

11. Kleptomanie? (11)

Verticaal

1. Omdraaien en beuken. (7)

2. Familieflik. (3,5)

3. Kattenkleed. (4)

4. Tweetonig haardonderdeel. (4)

5. Overeenkomst die je met keilen zoekt. (8)

6. Van de fuch, fuch, fuchsia. (7)

8. Mascara voor een oud-kanselier. (4)

9. Aantrekkelijk, warm meisje. (4)

# 231

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Heilig verklaarde bisschop. (4)

3. Eerste hoop. (7)

7. Wereldwijde opwinding. (2,4,6)

10. Winkelmeiden? (12)

11. Aanhaken met de commandotoets. (7)

12. Boekboekhouding. (1,1,1,1)

Verticaal

1. Groente met een Oosters effect. (8)

2. Naturistisch huisdier. (8)

3. Schermkunst? (4)

4. Dat meisje is zo te horen platzak. (4)

5. Hennep. (8)

6. Keien schieten er mee. (8)

8. Ouwe kop. (4)

9. Zo te horen verstand van zout water (4)

# 230

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Webserver om in de lucht te houden. (6)

4. Diagonaal over het net het veld in lopen. (5)

7. Stroming die meer dan een punt wilde maken. (12)

8. Sprakeloos van een storm, een vaas en een bed. (12)

9. Voor voetballers een goal, voor tennissers puntverlies. (3,2)

10. Koele klont. (6)

Verticaal

1. Een uitstrijk maken? (8)

2. Lief en hardhandig op het groene laken. (8)

3. + 4. Werd eenvoudig gelegd in Ohio. (3,2,3,8)

5. Boven het bord in verhouding. (2,6)

6. Slaper die van de Oranjes was. (8)

# 229

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Niks leuk, gewoon stom. (5)

4. Je kan er een(de)borst eten. (6)

7. Daarom een kuur. (12)

10. Dronken adel. (12)

11. Snelt van twee kanten te hulp. (6)

12. Spaans-Indonesisch handelsgebeuren. (5)

Verticaal

1. + 2. Dan is het stropen bijna gedaan. (2,3,3,2,6)

3. Plens die hout snijdt. (4)

4. Zo te horen vrolijke vis (4)

5. Geen betere gelden dan op de pizza. (8)

6. Uitspraak over (E)en lijnschip. (8)

8. Erdoorheen en klaar om op te dienen. (4)

9. Herhaling van een wapenonderdeel. (4)

# 228

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Begrijpend lezen. (6)

4. Maak eerst een doorstart. (5)

7. Hoor je vaker in luilekkerland. (3,3,4,2)

9. Geen enkel bezwaar in dat dorp in Brabant. (5,2,5)

11. Niet ‘n deel van een vesting, of toch? (5)

12. Effect & instrument. (6)

Verticaal

1. Zo fraai geschreven zit, of niet? (2,3,3)

2. De laatste kei. (8)

3. Vlinder die in orde is. (3).

4. Familie van het muizenpootje. (6)

5. Waar moet je een Tunesiër plaatsen? (8)

6. Akkoord met namaak. (8)

8. Die tegenvoeter lijkt ook Frans. (6)

10. &&. (3)

# 227

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Bezweringen uitslaan. (9)

7. Familie van de berenklauw. (12)

10. Kaartschrijver? (12)

11. Onechte uitgave. (9)

Verticaal

1. Grap over een dieet. (8)

2. Domdomoor. (7)

3. (Niet) de kleur van een roek. (4)

4. Muntsoep? (4)

5. Geen slimme jongen. (5,3 of 8)

6. Daardoor kom je in een functiegebouw. (7)

8. + 9. ‘t Maakt niet uit als ‘t niet op de agenda staat. (4,4)

# 226

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Spanband. (10)

6. Zij schreef het eerste programma. (3)

7. Sociëteit voor hoogleraren. (8)

9. Jakkes, kom overeind en uit. (5)

10. Een oud bospad komt erbij. (5)

11. Mexicanen die aangeven wanneer er betaald moet worden. (8)

12. Dat meisje is veertien punten waard. (3)

13. Lang geleden dat een bon zo goedkoop was. (10)

Verticaal

1. Vis die de horeca automatiseert. (6)

2. Grote kans op een haar in dat gerecht. (8)

3. Gedicht ter gelegenheid van vaderdag? (8)

4. Fijn voor een teler, zo’n periodieke uitkering. (8)

5. Huisvesting voor wintersporters. (8)

8. Darwins hond. (6)

# 225

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Verwant aan de spijkerrog. (8)

5. Vlot eersteklas jus. (1,1,1,1)

7. Stijlfiguren rond de evenaar. (6)

9. Rekenmeester? (7)

10. Geen zin in een uitdraai. (6)

11. Familie van het oogdiertje. (7)

12. Kermisbeestje. (4)

13. Laten zien wie we onterven. (8)

Verticaal

1. + 3. Hadden ze maar beter in de mond gekeken. (3,5,3,5)

2. Het hoofd van een zwarte piet? (7)

4. Suggestieve kerel? (8)

6. Rare vegetariër? (7)

8. Zijde waarmee geschermd wordt. (6)

# 224

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Verwant aan de domstad. (8)

5. Semi een begrip. (4)

7. Berg een papegaai en een knaagdier. (6)

9. Erika! (7)

10. Spot met de as van Riet. (6)

11. Spot met ongeveer een muts. (7)

12. Zeeuwse sprong. (4)

13. Hij voert een ernstige straf uit. (8)

Verticaal

1. Piratenoord. (8)

2. Heroptreden. (7)

3. Het nietje verwijderd. (8)

4. Polaris? (8)

6. Tochtig maakt boos. (7)

8. Naar verluidt een flinke jongen in Londen. (3,3)

# 223

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. De taal van links. (10)

6. Uitvoerbaar palindroom (3)

7. Hoofdbestuur? (10)

9. Nuchtere jongen. (3)

10. Hij staat voor de helft. (3)

11. Pornoblaadje? (10)

12. Tweetonige oppervlakte. (3)

13. Partijdier. (10)

Verticaal

1. Erica luidt ophef in. (6)

2. Top tijdschrift? (3,5)

3. Het bewijs dat vader de trein neemt. (8)

4. Tochtbak? (8)

5. Spraakwater. (8)

8. Is op zoek naar de bout in Brabant. (2,4)

# 222

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Zaak die alsmaar groter wordt. (11)

7. Zij gaan met de mode mee. (12)

10. Klinkt alsof ze flinke loodsen hebben in Schagen. (6,6)

11. Vervoermiddelen met twee spinnewielen. (11)

Verticaal

1. Hij of zij is of was erbij. (7)

2. Opnieuw in actie komen. (8)

3. + 4. Daar wil je wel eens een Schot vinden. (2,2,4)

5. Gepensioneerde eiermuts. (8)

6. Turken die een rund aansporen. (7)

8. Helling waarvoor ik ronsel. (4)

9. Tussen een klus, een Piet of een toer. (4)