# 293

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Die zie je bij spierballenvertoon. (10)

6. Als een Duitser dat zegt zal je wat beleven. (3)

7. Luilekkerland. (10)

9. Wordt gevuld met kennis. (3)

10. Bijbels karma. (3)

11. In Groningen is een logé rustig. (10)

12. Hulde met slechts twee noten. (3)

13. Typisch Nederlandse bootvruchten. (10)

Verticaal

1. Verwant aan een poezentong. (6)

2. \ - s geeft een reactie. (8)

3. Familie van de akkerhommel. (8)

4. Tekenaar in de geest van een kever. (8)

5. Zure opstootjes in het onderwijs. (8)

8. Scheepsboor. (6)

# 292

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Eenvoudigweg op het dak. (11)

7. Familie van de paardenbloem. (12)

10. Het in een wip fiksen. (12)

11. Daarop wordt een waterballet uitgevoerd. (11)

Verticaal

1. Door het gekakel het niet droog houden. (7)

2. Inspecteur die met het wezenlijke begint en in het water eindigt. (8)

3. Greep op je gevoel. (4)

4. Leut met gaas. (4)

5. Landarbeid. (8)

6. Tronen die er zijn. (7)

8. Land.. (4)

9. Er zit nog een groente in lookraket. (4)

# 291

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Die jongen komt je de keel uit. (4)

3. Sporter die van wild houdt. (7)

7. Familie waartoe de herfstaster behoort. (12)

10. Je verwacht pittig, maar het is buitengewoon flauw. (5,7)

11. Reismuziek? (7)

12. Jouw meisje is ook een jongen. (4)

Verticaal

1. Verwant aan de beenwarmer? (8)

2. Prik van Bourbaki. (8)

3. Italiaan die zo te horen graag pest. (4)

4. Dat zal een boer niet gauw dragen. (4)

5. De beschermelinge zit in de eetgroep. (8)

6. Met rozen en rode wijn goed voor volmaakte extase. (8)

8. Stof voor de motor van de Enterprise. (4)

9. Schuin en slinks. (4)

# 290

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Familie van de speerhaai. (6)

4. Die zanger was niets na Amsterdam. (5)

7. Dan mag er niets worden toegevoegd aan de database. (12)

8. *∆. (12)

9. Dat is een sterke nicht. (5)

10. Als ik het overhandig. (6)

Verticaal

1. Het hoofd van de drukkerij. (8)

2. Auto die met liefde geproduceerd wordt. (8)

3. Dat is een acht op zijn kant. (8)

4. Abe rende naar Schotland. (8)

5. Die componist bestaat uit vier elementen. (8)

6. Laat je gedachten eens gaan over MO. (8)

# 289

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Stof die bij Saskia hoorde. (5)

4. Rieken naar anders denken. (6)

7. Gewijd meubel. (7,5)

10. De codes van mama. (12)

11. Meisjes met kansen. (6)

12. Leven van de rente. (5)

Verticaal

1. Rotknol. (8)

2. Hij verscheen niet op de hofdag van koning Nobel. (8)

3. + 4. Zo’n inval is leuk. (4,4)

5. Buitenbol op grote hoogte. (8)

6. Opnieuw huren om te lanceren. (8)

8. En we schuilen eronder. (4)

9. Stille onderbreking. (4)

# 288

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Dat is nog eens een onverstandig kerkelijk gebied. (6)

4. Meegaande tekortkoming. (5)

7. Laxeerpillen. (12)

9. De dagelijkse opgaven van het KNMI.. (12)

11. Fiat die op bamboe loopt. (5)

12. Vorstelijke muzikant. (6)

Verticaal

1. Gevouwen handen tegen het bloeden. (8)

2. Ramsjverkoper? (8)

3. Voorjaarsgedicht. (3).

4. Wijn die met een dam een toeristische attractie zou vormen. (6)

5. Gespecialiseerde groenteboer? (8)

6. En liegen kan dit individu ook. (8)

8. Ouder volgt op ouder in Bahrein. (6)

10. Brandstof die door persing wordt verkregen. (3)

# 287

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Maak elf van deze bestuurders. (9)

7. Oisterwijkse bergweg. (12)

10. Gepavoiseerd vaartuig. (12)

11. Druiste in tegen de nijverheid. (9)

Verticaal

1. Uitglijer van een junk. (8)

2. Collaboreer met een vloeistof. (7)

3. Maakt geluid als je erop gaat zitten. (4)

4. Bed met jongen. (4)

5. Om een houterig meisje mee voor de gek te houden.  (8)

6. Honkbalspeler in de walvisvaart. (7)

8. Erg arm zonder dit kledingstuk. (4)

9. Eerste noodkreet van de onaangepasten. (4)

# 286

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Scandinaviër in de olie. (10)

6. Oen van een muzikant. (3)

7. Zij zijn smaakvol vernoemd naar een Balt. (8)

9. Vroeger de beste trap. (5)

10. Toon de vis een munt. (5)

11. Verwant aan trekveren. (8)

12. Gebruikt in vergelijking met een graad. (3)

13. Campagne voor het dolce far niente. (10)

Verticaal

1. Badkleding. (6)

2. Loopt over een geruimd kerkhof. (8)

3. Bonus aan de rand van de Peel. (8)

4. Luchtig weefsel. (8)

5. Zij is een domme vrouw met een lijfwacht. (8)

8. Sterrenkundige tussen Bolsward en Sneek. (6)

# 285

Printversie (pdf).

1. + 6. + 8. Zo rustig blijft het zeker niet. (2,6,4,2,5)

9. Tautologie waar je niks aan hebt. (2,2,2)

10. Rendierjongen. (7)

11. Vastkokende Romein. (6)

12. Vooruit met de noot op de mat. (4)

13. Bejaarde paling. (8)

Verticaal

1. Kandidaat voor de jeugdgevangenis. (8)

2. Met Patrick de schrijver, met Walter de film. (7)

3. Een broeder is bijvoorbeeld okee. (2,4)

4. De kern ervan is een kankerpit.  (8)

5. Gebied waar snoep valt. (8)

7. De schelpdieren van Orestes. (7)

# 284

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. (Geen) vlinder (in de buik). (8)

5. Klem van de mafia. (4)

7. + 9. Toegeven dat je inzet volledig is gericht op dit werktuig. (4,2,3,4)

10. ‘t Is ongeveer over met dat insect. (2,2,2)

11. Satelliet in het Nederlandse voetbal. (7)

12. Zo heet zij in Spanje. (4)

13. Geen concept voor het niet aanwezig zijn van dit vermogen. (8)

Verticaal

1. Enthousiast door de lucht erheen gegaan. (8)

2. Het bier van deze god is slecht. (7)

3. Onaardig dichthappen. (8)

4. Klankleer. (8)

6. Hulpstuk te paard. (7)

8. Sprakeloos op de manier van een Noorse wiskundige. (6)

# 283

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Pornoboek. (10)

6. Licht haast in overvloed. (3)

7. De bekoringen van een kraak. (10)

9. Depressief einde van een partij. (3)

10. Land in de Haarlemmermeer. (3)

11. Meermaals ten gunste van het leven. (10)

12. Hoe oud zou hij zijn? (3)

13. Raadsman of -vrouw. (10)

Verticaal

1. Groen en verticaal mobiel. (6)

2. Onderzoek aan de deur. (8)

3. Dus zij stelpt bloed. (8)

4. Een balk van opzij gezien. (1-7)

5. Zwart garen. (8)

8. S(toppen). (6)

# 282

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Die winkels verkopen geen drank meer. (11)

7. Keuken op niveau. (5,7)

10. Vast niet van zijn apropos te brengen. (12)

11. Voorstaan. (11)

Verticaal

1. Spionage op niveau. (7)

2. Staartletter? (8)

3. Haar zie je met hobo of klarinet. (4)

4. Vervelende smaak. (4)

5. Grensoverschrijdende tien gram. (8)

6. Overtuigen om voor de cup te gaan. (7)

8. Smaakmaker van het niet bestaan. (4)

9. Het gaat om een digitale lijn.. (4)

# 281

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Split waarop je zit. (4)

3. Onstuimige afscheiding. (7)

7. Stap. (12)

10. IJzerhoudende groente. (12)

11. Dimensies van tengels. (7)

12. Dam voor dierenvoer. (4)

Verticaal

1. Toneelmeubel? (8)

2. Oreerden over het afslijten. (8)

3. Vlerk met pit. (4)

4. De zus van Ilse. (4)

5. Erica’s gereedschap. (8)

6. Dronken zeehond. (8)

8. Klinkt als koel gekeuvel. (4)

9. Slowakije bestaat op latten. (4)

# 280

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Het inkomen van de stormtroepen gaat naar de kroeg. (6)

4. Doe maar, laat maar vallen. (2,3)

7. Betreft een Friese plaats die meerdere malen van eigenaar wisselde. (12)

8. Religieuze rotzooi. (12)

9. Mijn portie bestaat uit kleding. (5)

10. Cigarillo? (6)

Verticaal

1. Indra of Baäl. (8)

2. Vergaarpot. (8)

3. Bejaarde nymfomane. (4,4)

4. Tien gangen menu. (8)

5. Verwant aan de kaaskoe en de eierslak. (8)

6. Geldsmeer. (8)

# 279

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. De componist als hartige hap. (5)

4. Geen echte stukken DNA in Limburg. (6)

7. Elektronica van Bas. (12)

10. Fi-le(s). (12)

11. 0 erbij voor het lummelen. (6)

12. Voorbij de heks zie je de zuil. (5)

Verticaal

1. Proefprijzen die vermaken. (8)

2. Bestek van Bas. (8)

3. Engelsen kunnen van een kin een duim maken. (4)

4. Sneaky grafisch programma. (4 of 1,1,1,1)

5. Tegenhanger van het drooghok. (5,3)

6. Kleed van Bas. (8)

8. + 9. Dat heeft De Man Zonder Eigenschappen. (4,4)

# 278

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Zo komt het gonzen hoorbaar dichterbij. (6)

4. Aanroep waar soms geen end aan komt. (5)

7. Na hem begint het einde van het schip. (12)

9. Zijn edele delen zijn x-vormig. (12)

11. Soort opleiding die pas interessant was voor een schilder. (5)

12. Wordt vaak bij elkaar gescharreld. (6)

Verticaal

1. Verwant aan de hamerhaai. (8)

2. Weldra gedragen. (8)

3. Die zot zit in een fopeend. (3).

4. In de stijl van een winkeltje in Chinese spellen. (6)

5. Overgedaan? (8)

6. Zij haalde de eindtest in boren en vullen. (8)

8. De spin en zijn gevolg. (6)

10. De mof is een zeur. (3)