# 115

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Treurig slokje. (3)

3. Daarin leer je zwemmen. (8)

8. Bediening met deksels? (12)

10. Vermissen? (12)

12. Kaderkader. (8)

13. Hij en Ien brullen. (3)

Verticaal

1. Twee jongens maken kunstmest. (8)

2. Met de stukken van een amfibie vooruit komen in het water. (8)

4. Boom van een meid. (3)

5. Hellingen aantrekken. (6)

6. Paar aan het hof. (8)

7. Deponeer hem in de woestijn, dan horen we hem niet meer. (8)

9. Japans toneel verheven tot deegwaar. (6)

11. Spitse borrel voor de schoenmaker. (3)

# 114

Printversie (pdf).

Horizontaal

2. Een hogere beloning is er niet. (10)

6. Onze jongen in Tokio. (3)

7. Onderdeel van de snelweg voor de fauna. (10)

9. Bittere haat. (3)

10. Mal voor de riem. (3)

11. Houterig in de omgang. (10)

12. Fol lof. (3)

13. Schnitzelbloem.(10)

Verticaal

1. Wafelijzer? (6)

2. Dulden en in huis halen. (8)

3. Kunstvoorstelling. (8)

4. Die kleine meid regelt het voor u. (8)

5. Baksteen? (8)

8. Belastingen waar je duizelig van wordt. (6)

# 113

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Steeg die een pokerspeler zoekt. (8)

5. Plus aanwezig. (4)

7. Diameter * π. (6)

9. Het beraad betreft extra eieren. (7)

10. Muzikaal gelegen aan de Rio Grande. (6)

11. Zo wil je liever niet opgeschreven worden. (3,4)

12. Marginale munt. (4)

13. Dat levert een plezierig boek op. (8)

Verticaal

1. Gestroomlijnde weggevertjes. (8)

2. Bederf prijzen. (7)

3. Zaakje dat mailing heeft aan kippengeluid. (8)

4. Duur spook? (8)

6. Daarmee speel je de besturing van een vliegtuig. (7)

8. Het bekende begrip. (6)

# 112

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Rondom een opsomming. (4)

3. Hak erg in het gordijn. (7)

7. Overlopen? (12)

10. Biljetten van € 500, bijvoorbeeld. (3,5,4)

11. Overdreven boos? (2,5)

12. Verdien een strijd. (4)

Verticaal

1. Onderkomen voor een minnaar. (8)

2. Dubbel eind. (8)

3. Legt met zorg neer. (4)

4. Draag de romp. (4)

5. Via de Rus wordt ‘t een consultant. (8)

6. Beperkt tot de voorkant. (8)

8. Dat meisje komt later. (4)

9. Plaats voor een heilige jongen. (4)

# 111

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Terugbladertoets. (4,2)

4. Kan kloppen in het oor. (5)

7. Mis en raak is excellent. (12)

8. De kosten van medeleven. (12)

9. Haal deze munt uit de puree. (5)

10. Race tegen de klok. (6)

Verticaal

1. Vooraandrijving. (8)

2. De aanschaf van kleding hoeft niet duur te zijn. (8)

3. Waar men een grens situeert. (8)

4. Tuinfeest? (8)

5. Collega verzamelaar. (8)

6. Fileservice. (8)

komende twee weken geen cryptootje

Door een samenloop van omstandigheden verschijnen er de komende twee weken geen cryptootjes. Op donderdag 24 april is cryptootje weer terug.

# 110

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Dodelijke Oost-Europese vis. (6)

4. Stel een hoop voor. (5)

7. Kan je zolang je adem inhouden? (12)

9. Basis voor guacamole. (12)

11. Een kleine stap om te laten zien wie je bent. (5)

12. - €. (6)

Verticaal

1. Wandellicht. (8)

2. Haast eeuwig. (8)

3. De deksel doet ook mee. (3)

4. Tautologie waar niets van overblijft. (2,2,2)

5. Drugswereld? (8)

6. Spreek lof over de oorzaak. (8)

8. Dat meisje is op de loop voor een godin. (6)

10. Die weerstand klinkt als familie. (3)

# 109

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Wordt gespeeld door de baas. (11)

7. Zo zoekt een zeiler de wind van voren. (12)

10. Verarmde adel. (6,2,4)

11. Vier. (11)

Verticaal

1. Aarzeling rondom warme puree. (4,3)

2. Waarmee een kijkertje spoelt. (8)

3. Oordeel in de basket. (4)

4. Met vierentwintig ervoor doorlopend. (4)

5. Spanning richting zee. (8)

6. Maak een gek geluid. (7)

8. Zo droog klinkt ruw. (4)

9. Via een persoonlijk voornaamwoord in Zuid-Amerika. (4)

# 108

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Een gepromoveerde uitroep stemt somber. (5)

4. De wereld draait om wat er van overblijft. (6)

7. Die terug keerden en opnieuw stierven. (12)

10. Edel apparaat. (12)

11. Bevestigt het: geen prijs. (6)

12. De kleur van Dumas’ tulp. (5)

Verticaal

1. Daar hangen lieren. (2,6)

2. Betreft een talent voor passie. (8)

3. Springtechniek die mislukt. (4)

4. Kort gezegd: klaar en uitgeteld. (4)

5. Italiaanse artsenfamilie. (2,6)

6. Samenstelling. (8)

8. Die grote vogel is digitaal zat. (4)

9. Verzamel data. (4)

# 107

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Wiskundig understatement. (8)

6. In Frankrijk geliefde zangeres. (4)

8. Verzameling werken voor allen. (7)

9. Milieuvriendelijke groei in West-Afrika. (1,1,1,1,1,1)

10. Zoogdier dat voortkomt uit een insect. (7)

11. Bevestig slechts. (2,4)

12. Bank voor iedereen. (1,1,1,1)

13. Voergeld? (8)

Verticaal

1. Voorstad van bijen. (8)

2. Kip? (7)

3. Dat is de functie van de imker. (6)

4. Delen van tennispartijtjes in, onder meer, de woestijn. (8)

5. Door elkaar een beschadiging door een mes. (8)

7. Trouwgolf? (7)

# 106

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Ordinair vaartuig. (10)

7. Raadspel? (12)

9. ‘t Is een toestand, het verplaatsen van een ingebedde zin. (12)

11. Hordelopen assisteert bij rampen. (10)

Verticaal

1. Munten voor 3,14 bloemen. (8)

2. Daarin gaat het zware puin. (6)

3. Pronkmast in de bergen. (6)

4. Die jongen houdt van overstappen. (3)

5. De kroon op een kasteel. (8)

6. Opent heen en weer naar op en neer. (8)

8. De zoon van Aphrodite en Ares? Dat betekent verwering. (6)

10. Weg voor een amfibie. (3)

# 105

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Gastvrij brengen? (8)

5. Mies wordt een begrip. (4)

7. Viltvlechten. (6)

9. Groei dicht achter de oproerpolitie. (7)

10. Ontbindingstermijn. (6)

11. Daar vind je aanleg. (2,2,3)

12. Frans wezen. (4)

13. Pittige stokers. (8)

Verticaal

1. Met jongens eronder versieren. (8)

2. Aanstellerig spel. (7)

3. Een zorg-pony, bijvoorbeeld (8)

4. Clubkaart. (8)

6. Gemeenschapsvorm. (7)

8. In Limburg durven ze. (6)

# 104

Printversie (pdf).

Horizontaal

1. Allemansvriend? (12)

7. Overheden hebben wel genot van deze routes. (8)

10. Altijd meer bij. (5)

11. Afgunst rest de knorrepot. (5)

12. Een hekel hebben aan eerste lezingen. (8)

15. Gave om over de kop te gaan? (12)

Verticaal

1. Keertje. (8)

2. Op dit moment op? Da’s gek. (3,3)

3. Oude specie als toegiften. (6)

4. Koud water. (3)

5. Bouwde een beestenboot. (3)

6. Golvende holtes. (8)

8. Verdien dit bedrag in de draverij. (6)

9. Genoegen in een reisartikel. (6)

13. Praat snel en ritmisch. (3)

14. Duitse trein van Engelse vorst. (3)