Horizontaal
1. Hagedis die populair was onder de Nederlandse jeugd. (2,8)
7. Voor die doopgetuige gaan de handen op elkaar. (12)
10. Harde heerser. (7,5)
13. Aanloop naar een ruzie. (10)
Verticaal
1. Verplichte opgave. (8)
2. Waarin pluimvee vervoerd wordt. (6)
3. Larven oogsten. (6)
4. Blijf erbij als je dorst hebt. (3)
5. Familielid dat hoog kan zijn. (3)
6. Steeg waarin iets precies kan passen. (8)
8. Haringachtige in het voorjaar. (6)
9. Gelderse plaats met een knobbel. (1,5)
11. Met arm kan het niemand deren. (3)
12. Touw dat als u klinkt. (3)
No comments:
Post a Comment